Het ene paleis is het andere niet
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Jordy
23 September 2010 | Roemenië, Boekarest
Voor wij op weg gingen naar de hoofdstad van Roemenie, wilden wij nog het paleis zien bij het dorpje Sinaia. Om daar te komen stapten wij in de taxi, en na pittige onderhandelingen konden wij gaan. De chauffeur zette ons voor het Paleis af, maar naar een korte blik op dit prachtige gebouw te hebben geworpen moest wij toch echt eerst even eten. Net als in Bran was de hele weg bezaaid met kraampjes die allerlei spulletjes verkochten. Wij kwamen uit bij een luxe uitziend restaurant/hotel. De prijzen vielen echter wel mee en wij konden onze tassen daar kwijt voor wij het paleis gingen betreden. Van het eten viel niks te zeggen, maar wij werden weer als vanouds belazerd. Niet alleen duurde het ontzettend lang voor het eten er was, maar de vrouw kreeg het weer voor elkaar om Zev zijn eten te vergeten. Toen dat eten eindelijk kwam, bleek het zoals gewoonlijk weer is het verkeerde gerecht te zijn. Inmiddels hadden wij al zolang moeten wachten dat terugsturen geen optie meer was. De trein moest nog wel gehaald worden! Zev at snel de maaltijd op en wij vroegen de rekening meteen op. Dit duurde echter weer ontzettend lang, en ons geduld raakte nu wel op. Deze vrouw had het veel te druk, maar dat was niet ons probleem. Binnen vroegen wij de rekening. In plaats daarvan haalden zij onze tassen ineens tevoorschijn. Rare jongens die Roemenen. Met veel moeite werd het duidelijk at wij de rekening wilden en toen die er was bleek het weer is duurder uit te vallen. Op de menu kaart staat het gerecht voor 100gram een bepaalde prijs. Ervan uitgaand dat je dan 100gram krijgt, bestelden wij dit gerecht. Maar nee, deze mensen leggen 250gram kip op je bord. Na een lange discussie en uit te hebben gelegd dat wij niet deze hoeveelheid hadden besteld, gaven wij het maar op. Het net doen alsof je dom bent kan ook door de lokale mensen zelf gebruikt worden net als dat wij als toeristen dat doen. Karma misschien? Terug bij het paleis konden wij er is even rustig naar kijken en waren verbaasd over de schoonheid van dit gebouw. Schönbrunn en Versailles moeten vanaf nu genoegen nemen met een tweede en derde plaats op de Jordy’s ranglijst van mooie paleizen. Dit werd nog beter toen wij binnen waren. Hier moest je wel veen voor wachten natuurlijk. Hoeveel tijd van mijn leven wel niet verspeeld is aan wachten. Vanwege de delicate vloer, moesten wij pantoffels aan doen. Doe maar alsof je thuis bent. De vrouw die ik in het begin nog uitlachte om hoe ze eruitzag, bleek onze gids te zijn. Haar eerste woorden maakten het nog hilarischer en ik moest wel even mijn lach proberen op te houden. Wandelend onder begeleiding deze lieftallige dame, raakten wij verbijsterd over de inrichting. Het hele interieur was van hout hing vol met wapens. Verder in het paleis was er een Arabische en Turkse kamer, waar ik mijn deze pantoffels prima in thuis zou passen. Helaas moest ik hiervoor nog even wachten tot wij in Istanbul waren. Helaas werden wij vrij snel het paleis uit gedirigeerd. Desalniettemin wist Roemenie ons weer is te verassen. Het was inmiddels al laat en tijd om de trein te pakken. Eerst wilden wij nog even wat eten, en naar dat restaurant gingen wij zeker niet meer terug daarvoor. Onderaan de weg vonden wij een fastfood stekje die wel erg mooie hamburger plaatjes had. Dat lust ik nu wel, dacht ik. Toen de hamburgers ons tafeltje bereikten was het weer same old, same old. De burger leek niet op de burger van het plaatje. Wederom hadden wij kauwgombrood op ons bord met een burger zo dun als een flippo. Hier kregen wij natuurlijk weer goed buikpijn van. Ons maag kan tegenwoordig wel wat hebben qua pijntjes dus liepen wij door naar het treinstation. Onze trein had vertraging, niks geks in dit land. Een uur, werd een en een halfuur en een en een halfuur werd twee uur. Toen de trein eindelijk aan kwam rijden werd er voor geklapt. Wat een prestatie twee uur te laat. Niet dat alles nu koek en ei was. De stoelen waren allemaal bezet en het leek een herhaling van onze reis naar Warschau te worden. Gelukkig kunnen zijn Roemenen vrij onrustig en staan zij graag in de gang. Wij boden onze diensten als plaatsvervanger aan en nestelden ons in de cabine met een boek bij de hand. De trein ging weer tergend langzaam en dat betekende dat wij nog meer vertraging zouden oplopen. Bij een halte ergens in het niks, stapten een groepje zigeuners uit die de minstens tien keer heen en weer moesten lopen om al hun spullen uit de trein te halen. Fijn voor de mensen op de nauwe gang. Twee uur vertraging werd drie uur vertraging en bij aankomst was het al nacht. Over Boekarest hoorden wij niet al teveel goede verhalen, maar wij werden meteen door een Roemeense studente op weg geholpen. Van tevoren hadden wij geen hostel geboekt. Wij gebruikten daarom “The Lonely Planet”, de reisbijbel, om ons te leiden. Dit ging echter niet volgens plan. De straat die wij zochten stond niet op de kaart. Bij een ziekenhuis werden wij geholpen door de bewaker en een ambulance medewerker. De bewaker sprak alleen de taal van voetbal en statistiek en genoot van alle data. Zeer vermakelijk dit gesprek, maar de ambulance medewerker nam ons al snel op het sleeptouw door de straten van Boekarest. De straten waren allemaal heel anders als op de kaart en die konden wij dan ook net zo goed opbergen. Terwijl de ambulance medewerker nog op zoek ging in zijn vrije tijd, namen wij even onze rust. Zev had nog Kentucky Fried Chicken en besloot deze maar achter de kaken te werken. Een straathond, waar Boekarest er 200.000 van schijnt te hebben, dacht er het zijne van en deed een poging om er ook een hapje van te nemen. Zev was niet van plan te delen en de hond begon om zijn vrienden te roepen door luid te huilen. Een pak honden kwam eraan en Zev stopte snel de kip in zijn tas. De ambulance medewerker had ineens het licht gezien en wist waar wij heen moesten. Onze vrees werd gewaarwording toen wij aanbelden. Het hostel bestond niet meer. Zoals wel vaker met religieuze boeken, blijkt niet alles te kloppen. De reisbijbel had ons in de steek gelaten en wij moesten op zoek naar een ander hostel. Wij bedankten deze geweldige man die zo vriendelijk en behulpzaam was geweest en zagen een taxi die geen poging deed om ons af te zetten. Dit, terwijl de taxichauffeurs in Boekarest een slechte reputatie hebben bij zowel toeristen als Roemenen zelf. Het geluk had ons weer gevonden en al snel waren wij in het andere hostel. Met Zev ging ik op zoek naar een plek om wat drinken en snacks te scoren. Daarvoor moesten wij door een zigeuners buurt die op zijn zachts gezegd behoorlijk verpauperd was. Overal lag vuil en de bedelaars stonden op elke straathoek. Een zigeuner vraagt zelden om geld. Bijna altijd vragen zij om sigaretten. De armoede die je hier ziet zet je wel aan het denken. Ondanks vele eerdere ervaringen met zigeuners in allerlei Oost-Europese landen, had ik nog nooit door de woonplaats van deze mensen gelopen. Bij ons hostel pakten wij onze rust en een frisse douche. In het bed werd ik ineens gewekt door kamergenoten. De hele muur van het hostel zat onder bedbugs! Het gif werd uit de tas gehaald en de hele kamer, met in het bijzonder onze bedden, werden ondergespoten met dit spul. Net als je denkt dat je in de bergen alle gekke beestjes wel achter je hebt gelaten.
Wij waren niet van plan lang in Boekarest te blijven. Het paleis van Ceasescu was wel iets wat echt gezien moest worden, maar voor de rest is er weinig te zien. Het was wel heerlijk om in de ochtend weer lekker te kunnen douchen. Dat gevoel dat je schoon bent na in die vieze kleffe treinen en bussen te hebben gezeten is zo bevrijdend. Op de kaart van het hostel ontbraken weer allerlei starten, waardoor de juiste oriëntatie op het begin ver te zoeken was. Blijkbaar een bekend probleem in Roemenie. Toen wij op de goede weg waren konden wij het paleis al snel zien. Het was bloedheet deze dag en de fonteinen van Moskou had ik wel kunnen gebruiken. Eerst kwamen wij nog uit bij een speeltuin, waar wij nog even konden spelen en ook onze lengte meten. Na een nutteloos rondje om het paleis te hebben gelopen, kwamen wij bij de ingang twee Italiaanse meisjes tegen die wij ook al hadden zitten in Sinaia. Zij stonden vooraan in de rij, een goede reden dus om een gesprekje aan te knopen. Dit leverde ons wel snel kaartjes op, maar wij moesten meer dan een uur wachten tot de tour zou beginnen. Wij zijn toen met de Italiaanse dames wat gaan drinken. Ik bestelde een heerlijke ijskoffie, dat kon ik wel gebruiken op deze heette dag. Daarbij is het zo makkelijk niet om in Oost-Europa een goede ijskoffie te vinden. Zeer voldaan en blij konden wij dan aan de tour beginnen. Zev was zijn paspoort vergeten en had zijn mes nog in zijn tas zitten. Niet handig, maar de beveiliging was behoorlijk laks en liet deze rasechte wapenfanaat toch binnen. Het paleis is inmiddels niet meer van Ceasescu, omdat hij geëxecuteerd is. Hedendaags functioneert dit gebouw dan ook als parlement gebouw en is het na de Pentagon het grootste gebouw op de wereld. Dat de Roemeense dictator niet erg geliefd was had wel een goede reden. Alle inkomsten van het land zijn in het paleis wel verwerkt. Zo heeft het paleis 220.000m² aan tapijt en is al het kristal van dit land in enorme kroonluchters beland. Bij elke nieuwe kamer zag ik de groet hoeveelheid lichtschakelaars. Gemiddeld rond de 30 per kamer. De gids vertelde ons, dat als alle lampen in het kasteel aan stonden, heel Boekarest zonder stroom zou zitten. Niet mis, meneer Ceasescu. Als je dictator bent, moet je het wel goed doen. Er waren wel mooie elementen in het paleis, maar grotendeels vond ik het buitensporig lelijk. Zowel van binnen als van buiten. Die komt zeker niet in Jordy’s top drie van mooie paleizen. Het balkon, waarvandaan je uitkijkt op de gigantische boulevard van Boekarest, was wel zo’n mooi element. Onze gids vertelde weer is een leuk verhaal over een gebeurtenis op dit balkon. De King of Pop, Michael Jackson, sprak vanaf hier een grote menigte fans toe. Met de gebruikelijk Amerikaanse geografische kennis maakte hij een grote fout door te beginnen met “hello Budapest”. Nou zou hij niet de eerste zijn die deze fout heeft gemaakt, maar toch! Als je ergens heengaat, lees je je even in zou je denken. De tour zat erop en wij moesten weg. De Italiaanse dames zouden wij weer ontmoeten in Varna en Istanbul aangezien zij dezelfde route hadden. Wij probeerden Constante te bereiken, na veel informatie te hebben gekregen van Roemenen, je voelt hem al komen, om van daaruit de bus naar Varna te pakken. Bij het busstation bleek dat wij net de bus hadden gemist, maar er gingen er nog meer. De backpack hadden wij net in de bus gedaan en Zev moest nog iets uit zijn tas pakken, maar vond tot zijn verrassing een belletje aan de tas zitten die er een paar minuten daarvoor nog niet zat. Een zigeunervloek? Wij snapten er helemaal niks van en Zev haalde het belletje meteen van zijn tas af. Bij de Mac haalde wij een lekkere voedzame maaltijd voor onderweg en binnen no time waren wij in Constante. De adviezen van lokale mensen bleken weer is onjuist. Het was al 22:00 en er gaat maar een bus per dag naar Varna. Die ging pas om 10:00 en wij konden het niet meer opbrengen om nog een hostel of iets te vinden. Gestrand in Constanta op het treinstation, dat gelukkig goed beveiligd was in tegenstelling tot het busstation. Het stikte er van de lugubere zigeuners, niet het type bedelaars. Eerder van die mensen die je tas in zijn geheel willen hebben. Ik bleef dan ook maar wakker de hele tijd, terwijl wij daar zaten te wachten en ben aan het lezen geslagen. De beestjes lieten ons maar niet met rust. Deze keer waren het vliegen die de hele tijd om ons heen zoemden. Met enige regelmaat haalde ik een kopje koffie om alert te blijven, al deed de beveiliging wel goed werk. Toen de zon weer opkwam duurde het niet heel lang meer. Wat een martelgang was dit. De twaalf uren hadden niet langer kunnen duren. Wij pakten even een terrasje en om de zoveel tijd kwamen er zigeuner kinderen om geld vragen. Normaal geven wij hier niet aan toe, maar er was een meisje dat wel zo schattig was dat wij het niet konden laten om wat geld te geven. Vooral dat bebloede knietje bracht wat extra sentiment met zich mee. Ook kwam er een jongen aan onze tafel om een gestolen telefoon te kopen. Ik grapte door te zeggen of hij een telefoon van mij wilde kopen. Toen hij er serieus op inging stond ik wel even met een bek vol tanden. Ik had nog wel een andere telefoontje bij die ik hem liet zien, dus was hij ook weer tevreden al bood hij echt te weinig geld. Verder had hij een tattoo op zijn onderarm. Met grote letters stond er Bobo, en ik dacht: he, in de bergen heb ik ook een Bobo ontmoet. Hij vertelde toen meteen dat het zijn overleden broer was en de lol was er op dat moment wel weer af. Weinig plezier in dit gebied van de wereld. De bus was onze redding van deze ellendige plek die ik zeker niet zal plaatsen onder de briljante ervaring van Roemenie. Al zijn ook de slechte ervaringen vaak iets heel leuks om op terug te kijken. In Varna gingen wij op zoek naar rust! Het was goed tijd om te rusten.