Van Coro naar Morrocoy en weer door naar Maracay
Blijf op de hoogte en volg Jordy
17 December 2012 | Venezuela, Coro
Ik belandde uiteindelijk in een Franse tent genaamd Posada El Gallo. Het zag er lekker rustig uit en ik al gauw vond ik mijn rust in een van de hangmatten. Er waren verder geen gasten en dat was ook wel even lekker. Na even rustig aan te hebben gedaan besloot ik het stadje maar te gaan verkennen. Inmiddels had ik vernomen dat het behoorlijk veilig was en dus ging ik op zoek naar een telefoonkaart en andere benodigheden. Ik werd ook voor de leeuwen geworpen met mijn Spaans. Niemand spreekt Engels dus ik moet wel en dat werkt natuurlijk veel beter.
Ik kwam er ook al gauw achter dat er niet zoveel te beleven was. De koloniale stad was niet echt mooi en het was vooral niet iets wat ik niet alk eerder had gezien. Daardoor zijn mijn dagen hier vooral erg rustig geweest en heb ik wat dingetjes kunnen regelen die ik al een tijd wilde doen. Mijn Ipod wil echter nog steeds niet opladen, erg onhandig, vooral nadat ik weer een tientje heb besteed aan een nieuwe oplader. Ik kwam er ook al gauw achter dat het hostel stikte van de muggen en dat de lakonieke Franse eigenaar er niks aan zou doen. Deze ouwe stoner leek nergens echt moeite voor te willen doen. Dit werd al duidelijk toen ik aangaf wel te willen gaan zandboarden in Medunas de Coro en hij simpelweg zei dat ik daar met de bus kon komen. Toch wel vreemd, aangezien hij minstens twintig zandboards daar had staan.
Ik besloot wel naar de Medunas te gaan. Dan maar zonder board. Het bleek een makkelijke ritje te zijn en ik kwam al gauw aan in het verlaten park. Op een paar jonge stelletjes na die stiekem aan het zoenen waren, en waarschijnlijk meer, was er niemand. Ik lette goed op mijn route door deze woestijn en genoot van de stilte en de leegte van het gebied. Mijn camera had het moeilijk hier, doordat het zand erin blies. Ik hield deze op een gegeven moment maar in mijn mochila waar die warm en veilig was. Op een paar eenden na, zag ik verder geen wildleven en keerder dus al redelijk gauw terug. De pijn in mijn hiel was weer hevig, vooral toen ik op een steen stapte. Zou die pijn ooit over gaan? Zat er dan nog een naald in?
IK vond het wel relaxed in Coro, lekker niks doen. Beetje koken, lezen en dergelijke. Er kwamen steeds meer mensen in het hostel en ook in een eettentje geraakte ik in gesprek met een jonge Venezuelaanse. Deze meid was 21 jaar oud en had al een kind van 2 jaar, maar papa was al weg. Bekend verhaal hier. Verder ontmoette ik een Peruaan en zijn tijdelijke Franse sugarmamma die alles voor hem betaalde. Schijnbaar heb je van die Peruaanse loverboys die als bloedzuigers teren op meiden die naief en goedgelovig zijn, waardoor zij lekker op de kosten van deze dames kunnen rondreizen. Wees dus gewaarschuwd. Verder was er een Franse betweter genaamd Serge, maar die bleek achteraf wel een geinige kerel te zijn. Zo hielp hij mij ook door euros aan mij te verkopen, waarmee ik dan weer Bolivares kon kopen.
Zoals al eerder vermeld, er was niet veel te beleven in Coro. Met de Fransman ging ik dus na vier dagen luieren naar Chichiriviche, om daar het nationale park Morrocoy te bezoeken. Wij huurden daar een kamer in een leuke posada. Na de hitte van de afgelopen dagen was de airco van deze kamer meer dan een verlichting. Verder wilden wij nog niet echt iets doen, dus kochten wij wat eten en drinken. De Fransman kocht natuurlijk stokbrood en ik stelde voor een Polar biertje te nemen. Het dorpje was al gauw verkend, dus besloten wij vroeg naar bed te gaan. De dag erna konden wij dan lekker op tijd met de boot naar Isla Sombrero.
Serge is vloeiend in Spaans en dat is behoorlijk handig. Voor een mooi prijsje namen wij de boot naar het parelwitte eiland. Het lag al behoorlijk vol met Venezuelaanse vakantiegangers en dit zou alleen maar toenemen. Het is wel heerlijk om hier naar mensen te kijken. De dames lopen allemaal rond met de billen bloot en toch wel de helft heeft plastic tieten. Met alle dames, bedoel ik ook de oude tantes in de vijftig en zestig. Dit leverde natuurlijk een wat minder plezierig aanzicht, maar het geeft wel een beeld van de Venezuelaanse mentaliteit ten opzichte van stranddagen.
De zon was fel, maar ik dacht toch al een mooie kleurtje te hebben en dat kon ik dan toch wel aan? Na een leuke wandeling kwam de Venezuelaanse Kathleen aan, die ik in Colombia had leren kennen, met haar vriendin Mariana. Wij gingen naar de andere kant van het strand spendeerden daar de rest van de dag. Serge en ik genoten van een geweldige Piña Colada en wij zwommen in het koele water. De kleine Mariana kan niet zwemmen, dus die kon op mijn rug. Een hilarisch aanzicht natuurlijk. Ik merkte aan het eind van de dag dat er een rood tintje op mijn lichaam te bespeuren was en ook Serge ontkwam hier niet aan.
Lekker verbrand dus. Serge en ik namen de boot terug en omarmden de koude douche en airco. Daarna deden wij onze boodschappen, want in de avond was er een huisfeest met barbeque. Wij dachten dat het dichtbij was, maar na wat te hebben rondgevraagd bleek het niet verstandig daar de hele weg in het donker te lopen. Wederom gevaarlijk dus. Er was geen taxi te bekennen, dus Serge, ik en onze boodschappen sprongen achterop een motortaxi. Gezamenlijk ja, geweldig toch! Het water stond behoorlijk hoog en af en toe moesten mijn benen hoog de lucht in om niet nat te worden.
Eenmaal bij het huis aangekomen, bleek iedereen al behoorlijk lam te zijn. Wij aten ons eten en dan moet je natuurlijk dansen. Als blanke jongen ben je meteen populair, dus voor ik het wist werd ik door twee Venezuelaanse dames geschuurd. Het avondje werd steeds gekker. Gangnam style dansen, iets wat mij compleet ontgaan was, leek ik volledig te beheersen. Dit was dus een typisch Venezuelaans huisfeest, lachen, dat wel. Ik en Serge konden niet meer terug naar onze posada, dus bleven wij daar slapen.
De ochtend was natuurlijk zwaar en The Doors klonken door de speakers. Ik en Serge liepen terug naar de posada en pakten onze spullen. Serge ging een andere kant uit als ik, dus kon ik weer alleen verder. Eenmaal in de bus naar Valencia had ik twee ellendige kinderen achter mij die tegen mijn stoel aan trapten. Toen ik er wat van zei, vonden de ouders blijkbaar dat het normaal was. Ik dacht er even over na om achter de ouders te gaan zitten en dan ook even goed tegen de stoel aan te trappen. Nou net niet iets waar je zin in hebt met een kater.
Vanuit Valencia moest ik weer verder naar Maracay waar ik een reunie had met Lenny, die ik eerder in Panama had leren kennen. Toen ik Lenny eenmaal had gevonden, namen wij een taxi naar Choroni. Een dorpje in het nationale park Henry Pittier. Op naar het volgende nationale park.
-
17 December 2012 - 21:11
Stefan:
He Jordy,
Mooi verhaal wederom! Leuk om te lezen. Fijne feestdagen en alvast een gelukkig nieuwjaar toegewenst!
Groeten,
Stefan
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley